Vraag 1:
In een ver land woonde ooit de slimme en dappere prins Paul. Op een zekere dag hoorde hij dat prinses Petra ontvoerd was en dat ze gevangengehouden werd in kasteel Ammersoyen. Hij bedacht zich geen moment, sprong op zijn paard en reed naar het kasteel. Bij het kasteel aangekomen, zag hij dat er een brede slotgracht om het kasteel lag. Verder zag hij in het lege landschap om het kasteel alleen twee planken liggen. Hij ontdekte echter dat beide planken net iets korter waren dan de breedte van de slotgracht, en dus te kort waren om over de slotgracht te leggen.

Hoe kon de slimme prins Paul toch een brug maken over de slotgracht met alleen de twee planken, en zo prinses Petra uit het kasteel redden?
Vraag 2:
Flurkske is een vreemde leugenaar. Zes dagen van de week liegt hij, maar op die ene andere vaste dag spreekt hij altijd de waarheid. De volgende uitspraken deed hij op drie opeenvolgende dagen:
- Dag 1: “Ik lieg op maandag en dinsdag.”
- Dag 2: “Vandaag is het donderdag, zaterdag of zondag.”
- Dag 3: “Ik lieg op woensdag en vrijdag.”
Op welke dag van de week spreekt Flurkske de waarheid?
Vraag 3:
We zien vier kaarten: een 5, een 8, een blauwe kaart en een groene kaart. Boven de kaarten staat: ,,Als een kaart een even getal heeft op één kant, dan is de andere kant van die kaart blauw."

Welke kaart(en) moeten we omdraaien om na te gaan of die verklaring juist is?
Zoals gewoonlijk, vergeet niet om je antwoorden in het wit te plaatsen zodat iedereen kan meedoen.