Port forwarding en UPnP instellen op de de Experia Box V10. Je kunt port forwards instellen voor verschillende redenen. Een daarvan is om van buiten je huis bij bepaalde apparaten in je netwerk te komen. Hiervoor is het wel nodig om die apparaten van tevoren een vast IP-adres (DHCP binding) te geven. Wil je een port forward maken voor gamen? Dan is UPnP aanzetten vaak al voldoende.

Om te beginnen met het aanzetten van UPnP of het instellen van een port forward, Log in op de V10:

1. Open een browser en ga naar 192.168.2.254 of mijnmodem.kpn
2. Log in met gebruikersnaam en je gekozen wachtwoord.
   • Log je voor het eerst in? Dan vul je geen wachtwoord in. Na het inloggen moet je direct zelf een wachtwoord aanmaken voor de volgende keren.

UPnP aanzetten

1. Kies in de zwarte bovenbalk voor Instellingen.
2. Kies in het linkermenu voor UPnP GID.
3. Je komt op deze pagina:

In het blauwe blok kun je UPnP aan/uit zetten. Ook kun je hier Discovery aan/uit zetten. Dit is een protocol waarmee apparaten in jouw netwerk elkaar makkelijker kunnen vinden. Het staat dan ook standaard aan. We raden ook aan dit zo te laten.

Bevestig je wijzigingen met de blauwe knop Toepassen.

Port forward instellen

Dit stel je als volgt in:

1. Kies in de zwarte bovenbalk voor Instellingen.
2. Kies in het linkermenu voor Poort forwarding - IPv4.
3. Je komt op deze pagina:

Maak een nieuwe app

Scroll dan eerst helemaal naar onderen tot je onderaan de lijst hier uitkomt:

en klik op Maak een nieuwe appnaam. Zie je geen lijst? Klik dan op de Application Configuration kop om de lijst uit te vouwen.

Nadat je op Maak een nieuwe appnaam hebt geklikt verschijnt dit invulveld. Bij Appnaam vul je een naam in waarmee je hem goed kunt herkennen als je straks de daadwerkelijke forward instelt. Bevestig dit met de blauwe knop Toepassen.

Stel de poorten in

Nadat je dit gedaan hebt staat je nieuwe app in de lijst. Klik op de naam/blauwe pijl (blauw) en ze krijgt de volgende invulvelden:

In het rode blok vul je vervolgens het eerste deel van gegevens in.

Bij Protocol kies je TCP of UDP. Het is meestal TCP. Maar controleer voor de zekerheid de handleiding van je apparaat wat het moet zijn.

In de vier poort-vakken vul je over het algemeen hetzelfde poortnummer in. 

• Moet/wil je meerdere poorten forwarden en deze zijn een reeks? Dan vul je in de Start-vakken het laagste poortnummer in, en in de Eind-vakken de hoogste. Het hele bereik van laag t/m hoog wordt dan geforward. 
• Moet/wil je meerdere poorten forwarden die niet een reeks zijn? Gebruik dan Maak een nieuwe regel (groen) om voor elke poort dit apart te kunnen invullen.

Bevestig de wijzigingen met de blauwe knop Toepassen.

Activeer de port forward

Nu kun je de port forward activeren. Scroll daarvoor weer helemaal terug naar boven tot je weer hier bent:

In het blauwe blok vul je de rest van de gegevens in. 

Modus staat standaard op IP adres, dit kun je zo laten.

Bij LAN host vul je het IP adres van het eindapparaat in. Zorg ervoor dat je dit IP adres vast hebt toegewezen aan je apparaat door middel van een DHCP binding.

Klik bij App Groep in het rondje voor Apps. 

Selecteer achter Appnaam vervolgens de app die je net zelf gemaakt hebt.

Bevestig de wijzigingen met de blauwe knop Toepassen.

Wil je nog een forward maken? Herhaal de eerdere stappen voor het maken van een App en het invullen van de poortnummers. Klik daarna hier op Maak nieuw item aan (rood) en herhaal de laatste stappen.

Let op: je kunt op de V10 maximaal 10 port forwards instellen.